Cookiemelding

Om u beter van dienst te kunnen zijn, maakt Rijnstate gebruik van cookies, waaronder cookies van externe partijen voor Google Maps. Als u onze website blijft gebruiken of klikt op ‘cookies accepteren’ gaat u akkoord met deze cookies. Meer informatie hierover vindt u in ons cookie-beleid

Bloedafname

Aderlating

U heeft afgesproken met uw huisarts dat u binnenkort een aderlating ondergaat. Een aderlating wordt toegepast bij mensen bij wie te veel ijzer in het bloed zit (hemochromatose of ijzerstapeling) of die te veel rode bloedcellen aanmaken (Polycythemia vera).

Over het onderzoek

Bij een aderlating wordt via een naald in een ader van uw arm bloed afgenomen. Aan de hand van uw actuele hematocriet (Ht) wordt vooraf bepaald of de aderlating bij u mag plaatsvinden. Als de hematocrietwaarde te laag is, wordt er geen bloed afgenomen. Voor deze behandeling moet u een afspraak maken.

Een aderlating wordt toegepast bij mensen bij wie te veel ijzer in het bloed zit (hemochromatose of ijzerstapeling) of die te veel rode bloedcellen aanmaken (Polycythemia vera). Te veel ijzer in het bloed is schadelijk voor het lichaam. Een aderlating is dan een effectieve manier om weefselschade als gevolg van ijzerstapeling te voorkomen of te beperken. Bij de ziekte Polycythemia vera maakt het lichaam te veel rode bloedcellen aan, waardoor het bloed stroperig wordt. Door een aderlating vermindert het aantal rode bloedcellen.

U neemt plaats in een stoel. We plaatsen vervolgens een naald in een geschikt bloedvat. Dit is bijna altijd in een bloedvat in uw arm. Voorafgaand aan de aderlating wordt er een buisje bloed bij u afgenomen om de hematocrietwaarde te bepalen. Deze waarde bepaalt of en hoeveel bloed er bij u wordt afgenomen. Bij een aderlating wordt het bloed opgevangen in een zak. Een weegschaal houdt het gewicht van deze zak voortdurend bij. Zo is te zien wanneer de juiste hoeveelheid af te nemen bloed is bereikt. Meestal wordt er ongeveer een halve liter bloed afgenomen. Het afgenomen bloed wordt vernietigd. De behandeling duurt ongeveer vijftien minuten. Als de naald verwijderd is, moet de afnameplaats nog minimaal vijf minuten goed afgedrukt worden. We brengen een elastisch verband op de afnameplaats aan. Na de aderlating blijft u nog een kwartier zitten om te herstellen, waarbij u een kopje koffie of thee wordt aangeboden.

Afspraak maken

Voor een aderlating kunt u een afspraak maken op één van onderstaande bloedafnamelocaties. U kunt hiervoor contact opnemen met ZekerWeten, Laboratorium Informatielijn, telefoonnummer 088 - 005 7777. Voor een aderlating gelden specifieke tijdstippen. Deze worden met u besproken bij het maken van de afspraak.

Rijnstate Arnhem, route 41
Rijnstate Zevenaar, route 1
Rijnstate Elst, bloedafname begane grond, wachtruimte 2
Rijnstate Arnhem-Zuid, route 17

Voorbereiding op het onderzoek

Voor een aderlating is geen specifieke voorbereiding nodig. Wel raden we u aan om vooraf goed te eten en te drinken. Als u medicijnen gebruikt, mag u deze gewoon blijven gebruiken. Omdat u mogelijk na afloop van de behandeling duizelig bent, kunt u voor de zekerheid (bij de eerste behandeling) iemand meenemen die u naar huis kan brengen.

Wat moet ik meenemen?

• Uw Rijnstatekaart of geldig legitimatiebewijs
• Het laboratoriumaanvraagformulier
• Uw verzekeringsbewijs

Goed om te weten

Prikangst
Als u slecht tegen bloedprikken kunt of erg opziet tegen de bloedafname, bespreek dit dan met de medewerker bloedafname. De medewerker geeft u meer uitleg en neemt het traject stap voor stap met u door. Ook bespreekt de medewerker met u de mogelijkheden om de bloedafname minder gevoelig te maken, bijvoorbeeld door het gebruik van een verdovende spray. Op onze ziekenhuislocaties is het ook mogelijk om te liggen tijdens de bloedafname. De prikstoel wordt dan in een speciale ligstand gebracht. 

Complicaties
Het bloedprikken geeft meestal geen complicaties. Op de plaats van de prik kan wel een bloeduitstorting ontstaan. Deze plek kan hierdoor pijnlijk zijn. Dit neemt na enkele dagen vanzelf af. Sommige mensen worden licht in hun hoofd en hebben de neiging om flauw te vallen tijdens het prikken. Als u dit gevoel heeft, geeft u dit dan meteen aan bij de medewerker bloedafname. Zeer zelden treedt er een nabloeding op, voornamelijk bij mensen met stollingsstoornissen of bij gebruik van antistollingsmedicijnen. Geef ook dit van tevoren aan bij de medewerker bloedafname. Mocht er toch een nabloeding optreden, druk het wondje dan goed af en neem contact op met de medewerker bloedafname of uw huisarts.

Na de behandeling
Klachten die na een aderlating kunnen ontstaan zijn: duizeligheid, vermoeidheid en/of een blauwe plek

Gebruik van overgebleven lichaamsmateriaal als bloed en urine
Bij sommige ingrepen en onderzoeken halen we lichaamsweefsel (zoals bloed, huid of spierweefsel) bij u weg voor verder onderzoek. Het materiaal dat overblijft, kan onder strikte voorwaarden worden gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek, alsook voor kwaliteitsdoeleinden en scholing/opleiding. Hierbij maken we zoveel mogelijk gebruik van gecodeerd of anoniem materiaal. Gecodeerd betekent dat het materiaal een nummer krijgt. Daardoor weet alleen het ziekenhuis van wie het materiaal afkomstig is, maar niet de ontvanger van het materiaal.
Tegen het gebruik van anoniem en gecodeerd materiaal voor bovengenoemde doeleinden kunt u bezwaar maken. Dit heeft geen enkel gevolg voor de relatie met uw behandelend arts of voor uw behandeling. Voor het gebruik van direct naar u herleidbaar materiaal voor wetenschappelijk onderzoek of scholing/opleiding vragen we altijd uw toestemming.
Uw bezwaar kunt u aangeven bij het bloedprikken, bij het inleveren van materiaal, of laat het vóór de ingreep weten aan uw behandelend arts. Bezwaar hoeft u maar één keer te maken. Dit geldt dan voor alle toekomstige bloedafnames en inleveringen van materiaal.
Laat u niets weten? Dan gaan we ervan uit dat u geen bezwaar heeft tegen gebruik van uw resterende lichaamsmateriaal voor wetenschappelijk onderzoek, kwaliteitsdoeleinden en scholing/opleiding. U hoeft dan verder niets te doen.

Bezwaar inzage door Rijnstate specialist
Uitslagen van diagnostisch onderzoek uitgevoerd door ZekerWeten (aangevraagd door uw huisarts of andere zorgverlener) worden opgenomen in uw Rijnstate patiëntdossier.
Als u verwezen wordt naar een Rijnstate specialist kan hij/zij deze diagnostiek uitslagen inzien in uw Rijnstate patiëntdossier. Uiteraard worden deze gegevens alleen gebruikt door de medisch specialist(en) waarnaar u verwezen bent. Als u bezwaar heeft tegen inzage door deze specialisten kunt u dit kenbaar maken bij de bloedafname of bij het inleveren van materiaal. Bezwaar hoeft u maar één keer te maken. Het bezwaar kan ook op dezelfde wijze weer worden ingetrokken. Meer informatie over uw Rijnstate patiëntdossier vindt u op Uw medisch dossier (rijnstate.nl)